Dit is weer eens wat anders dan spruitjes met spekjes. De spruitjes knappen erg op van pittige mosterd en frisse witte wijn. Bij gebrek aan room heb ik de saus gemaakt met crème fraîche. Ik houd wel van het friszure van crème fraîche. Het geeft alleen een minder gladde saus, omdat crème fraîche nog weleens wil schiften.
Maar zodra je de saus over spruitjes giet, zie je daar weinig van terug.
Ingrediënten:
| bereidingstijd 30 minuten | 4 personen |
• 500 g spruiten • 1 el olijfolie • 1 el ongezouten boter • versgemalen peper en zout • 125 ml witte wijn • 150 ml groentebouillon • 2-3 sjalotten, gesnipperd
• 1 el Dijon mosterd • 2 el kookroom of crème fraîche
Bereiding:
Maak de spruitjes schoon (snijd het kontje eraf en verwijder loszittende of beschadigde buitenste blaadjes). Halveer de spruitjes.
Verwarm de olijfolie en boter in een ruime koekenpan met dikke bodem. Leg de spruitjes met de snijkant naar beneden in de koekenpan en bak de spruitjes (+/- 5 minuten) zonder ze om te draaien tot de onderkant goudbruin is. Bak de spruitjes zonodig in meerdere porties als je de spruitjes niet in één keer in een enkele laag in de pan krijgt.
Voeg de sjalot, wijn en bouillon toe aan de spruitjes en breng zachtjes aan de kook. Kook de spruitjes gaar in 15-20 minuten met de deksel op de pan. Als je geen passende deksel hebt, dek de pan dan af met aluminiumfolie.
Schep de spruitjes uit de pan en laat de saus achter. Voeg de room/crème fraîche toe en kook de saus een paar minuten. Voeg de mosterd toe. Breng de saus op smaak met versgemalen peper en zout en eventueel meer mosterd. Giet de saus over de spruitjes en serveer meteen.