Ingrediënten:
| bereidingstijd 1 uur + 1 uur rijzen | 25 stuks |
• 500 g bloem • 5 dl karnemelk • 15 gram gedroogde gist • 1 ei • 1 el suiker
• snufje zout • 75 g krenten • 75 g rozijnen • 1 zoetzure appel • eventueel een klein beetje rasp van een citroen
Bereiding:
Zet de karnemelk 15-20 seconden in de magnetron, zodat de karnemelk op kamertemperatuur komt.
Schil de appel en snijd hem in hele kleine blokjes (of rasp de appel grof). Spoel de krenten en rozijnen af en laat ze goed uitlekken. Meng de appel, krenten en rozijnen met een 1 el bloem en eventueel wat citroenrasp.
Doe de bloem met het gist, de suiker en een snuf zout in een kom. Klop het ei los en voeg samen met de karnemelk toe aan de bloem. Meng het mengsel met een garde tot een glad beslag. Schep het appelmengsel er voorzichtig doorheen.
Maak een schone theedoek vochtig met warm water en leg over de kom. Laat het beslag minimaal 60 minuten rijzen op een matig warme plek (Gist doet het best zijn werk tussen de 20°C en 32°C)
Verhit de olie in de frituurpan op 180°C. Houd twee eetlepels heel kort in het vet en vorm een bol van het beslag (of gebruik een ijslepel). Laat de bol in de hete olie glijden. Je kunt ongeveer 5 oliebollen tegelijkertijd bakken. Bak de oliebollen een aantal minuten tot ze goudbruin zijn. Als het goed is draaien oliebollen vanzelf om. Als dit niet gebeurt geef ze dan een klein zetje.
Schep de oliebollen met een schuimspaan uit de pan en laat ze uitlekken in een schaal met keukenpapier. Probeer een oliebol om te kijken of hij van binnen gaar genoeg is. Anders de volgende lading iets langer bakken. Bestrooi met poedersuiker voor serveren. Verse oliebollen zijn het lekkerst, maar als je ze niet meteen opeet, kun je ze 10-15 minuten opwarmen in een oven van 180°C.