- Maaike van Kessel - https://www.maaikevankessel.nl -

Troost

Ik moet natuurlijk niet teveel afwijken van het thema van mijn website, maar een roman over een topkok vind ik hier zeker thuis horen.

De roman ‘Troost’ van Ronald Giphart heeft mij vorige week een aantal uren aangenaam leesplezier bezorgd. En is wat mij betreft een echte aanrader!

De roman gaat over de topkok Art Troost. In zijn restaurant in Overdam a/d Schoo kookt hij de sterren van de hemel met zijn excentrieke kookstijl. Hij is in het bezit van twee Michelinsterren en prestantator van het goed bekeken tv-programma Sterallure. Dit programma wordt opgenomen in een château in het Franse plaatsje Sassetot le Mauconduit, waar Art wekelijks twee bekende gasten uitnodigd, die samen met hem koken. Het succes lijkt niet op te kunnen voor Art, maar de onweerswolken beginnen zich toch langzaam samen te pakken gedurende het verhaal.
Met veel humor en satire schrijft Ronald Giphart over mijn favoriete onderwerp: eten en alles wat daarbij hoort. Giphart weet een aantal begrippen fantastisch neer te zetten. Zijn visie op de begrippen ‘lekker’ en ‘chefkoks’ zijn daar voorbeelden van.

“…’Lekker’ is het woord niet. Lekker mag wat mij betreft zo snel mogelijk worden geschrapt uit de voedselencyclopedie. Lekker is een gemaksziekte. Vroeger betekende lekker ‘kieskeurig’ of ‘goed op eten gesteld’, en dat is een betekenis waar ik mee zou kunnen leven. Maar net als het woord ‘leuk’ is het hedendaagse ‘lekker’ afgekalfd en van zijn betekenis ontdaan, en wordt het voornamelijk misbruikt door fabrikanten van laffe inspiratieloze massabagger, en obers van zoveelderangs smaakpapilverkrachters. ‘Was het lekker?’
    Lekker? LEKKER? Wat ik mijn lippen laat passeren moet zonder terughoudenheid subliem zijn, puur en hoogstaand. Ik wil een dubbele regenboog achter mijn tanden, mijn gehemelte bombarderen met een perfect afgestemd smaaktapijt, mijn slokdarm overrompelen en mijn maag in een opperste staat van bevrediging brengen. Voor minder doe ik het niet…”

“… Als God de schepping over mocht doen, zou zichzelf geen God noemen, maar Chef…”

“… Een kleine kijk in de keuken: de meeste chefs zijn geen chef geworden omdat ze in hun jonge jaren overliepen van liefde voor ingrediënten, etenswaar en gerechten, integendeel. De meeste chefs zijn ooit onderaan in de keuken begonnen, niet omdat het vak van kok hen aantrok, maar omdat ze een baantje zochten. En terwijl ze zwaar onderbetaald en afgemat voortploeterden, keken ze op naar die man, die meedogenloze etter, die kampbeul die boven aan de ladder stond. De man tegen wie ze u moesten zeggen, die twee keer per dag applaus ging halen bij het snobistisch rotvolk in de eetzaal, en die alles had wat de koks niet hadden: een grote auto, een eigen kantoor, een mooie jonge vrouw, een paar mooie jonge minnaressen, aandacht, aanzien, roem, beroemde vrienden…”

 “… Een echte kok is niet toerekeningsvatbaar. Hij moet jarenlang de beste in de keuken willen zijn, hij moet van alles het meest weten, hij moet het fortuinlijkst inkopen, het hardst werken, het best tegen stress en pesterijen van medekoks kunnen, hij moet zich in Frankrijk jarenlang laten vernederen door lokale keukenzetbazen, hij moet de creatiefste gerechten bedenken, de gemeenste trucs uithalen en hij moet kunnen trappen naar beneden en likken naar boven, en vooral het lef hebben dit ook omgekeerd te doen, hij moet enorm veel geluk hebben, een inspirerende leermeester vinden en een schare mensen om zich heen verzamelen die in hem geloven…”

Troost verscheen in 2 edities: een ‘gewone’ paperback en een speciale ‘Ruud de Wild-editie’ (rechter foto), een gebonden uitvoering met stofomslag door de bekende dj. Deze laatste is eenmalige oplage.