Wat doe je als het zondag is en je hebt geen bladerdeeg in de vriezer? Precies, je maakt het zelf! Ik dacht altijd dat het heel erg ingewikkeld is om zelf bladerdeeg te maken. In het kookboek van James Martin ‘Desserts’ kwam ik het recept tegen voor ‘simple rough puff pastry’. Dat kan toch niet al té moeilijk zijn?

Nee, moeilijk is het niet, maar je moet wel geduld hebben. Het deeg moet na elke keer uitrollen terug de koelkast in om een kwartier te rusten. Tussendoor kun je dan verder met de krant of met een beetje pielen op je laptop.

Voor de pruimentaartjes wilde ik een gesuikerde bladerdeegbodem maken, zoals ze ook hebben bij de vlaaienspecialist. Ik heb nog geen recept kunnen vinden, dus daarom heb ik zelf maar wat geëxperimenteerd. De grote vraag is: bak je de suiker mee of strooi je die er pas later op? Deze keer heb ik ervoor gekozen om de bladerdeeg in suiker te drukken, voordat ik ze in het bakvormpje leg. Voordeel: het deeg kreeg een knapperig caramelachtig laagje. Nadeel: het deeg was moeilijk van de vormpjes los te krijgen. Volgende keer misschien toch maar naderhand bestrijken met wat eiwit en bestrooien met suiker. En dan misschien nog heel even op zijn kop in de oven afbakken? Iemand ervaring?

Een jaar geleden: Snelle pizza

De hoeveelheden in dit recept leveren 350 g bladerdeeg op. Dit is waarschijnlijk te veel. De hoeveelheid is ongeveer gelijk aan 8 plakjes kant-en-klaar bladerdeeg.

Ingrediënten:
| bereidingstijd 2,5 uur inclusief 2 uur wachttijd | 4 personen |
voor het bladerdeeg: • 200 g bloem • 150 g roomboter • 1/4 tl zout • 1 el citroensap • 100 ml ijskoud water
voor de vulling: • 4 pruimen • 50 g suiker • 75 g mascarpone • 75 g crème fraîche

Bereiding bladerdeeg:

Meng de bloem en het zout in kom. Snijd de boter in kleine blokjes. Roer de boterblokjes door de bloem, maar wrijf ze niet stuk met je vingers. Voeg het water en de citroensap toe en kneed tot een stevig deeg. Kneed het deeg niet echt door, maar pak het tot een stevige bal bij elkaar. Het is belangrijk dat de blokjes boter niet kapot gaan.

Rol het deeg uit tot een rechthoekig lap (3 keer zo lang als breed 30 x 10 cm) op een met bloem bestrooid werkblad. Vouw éénderde van de bovenkant van het deeg naar binnen. Vouw vervolgens éénderde van de onderkant van het deeg daaroverheen. Druk de uiteinden dicht. Laat het deeg 15 minuten rusten in de koelkast, gewikkeld in plastic folie.

Haal het deeg uit de koelkast en herhaal stap 2. Doe dit vier keer. Laat tot slot het deeg nog minimaal een half uur rusten in de koelkast voor gebruik.

Bereiding taartjes:

Verwarm de oven voor op 200°C. Leg een plakje bladerdeeg in elk taartvormpje en druk aan. Rol het overtollig deel er af door met de deegroller over de rand van het vormpje te rollen. Prik de bodem in een aantal keer in met een vork. Leg een stukje bakpapier in de vormpjes en strooi er wat blindbakvulling (bonen, rijst, keramische korrels) in. Bak de bodem in 25 minuten goudbruin. Als je ervoor kiest om ze te besuikeren, dan zou ik ze na 20 minuten uit de oven halen. Aan de buitenkant insmeren met eiwit en bestrooien met suiker. Vervolgens op de kop op een rooster nog een minuut of 5 bakken.

Halveer ondertussen de pruimen. Verwijder de pit en snijd ze in plakjes. Doe de suiker met het water in een steelpan. Breng aan de kook en laat de suiker oplossen. Voeg de pruimen toe, breng tegen de kook en zet dan het vuur uit. Laat de pruimen 20 minuten staan.

Meng de mascarpone met de crème fraîche. Als je de bodem niet suikert, dan kun je eventueel wat suiker toevoegen aan het mascarponemengsel. Giet de pruimen af in een zeef. Haal de bladerdeegbodems uit de oven. Laat even afkoelen. Verdeel wat van het mascarponemengsel over de bodem en leg de plakjes pruim er op. Serveer meteen.